Jan Siberechts (1627-1703)

Jan Siberechts was een Vlaamse schilder die geboren werd in Antwerpen. In de jaren zestig van de zeventiende eeuw ontwikkelde hij een zeer eigen stijl van landschapsschilderkunst waar dit schilderij een uitstekend voorbeeld van is.Het Vlaamse platteland met beekjes en vee werd zijn hoofdthema. Een wadende vrouw met een kan op haar hoofd mocht daarin niet ontbreken. Langs alle beekjes groeien wilgen. Soms werden karren of paarden door de beek gereden. Hij gebruikte deze stoffage om te spelen met de visuele aspecten van de figuren in het water. Niet alleen de weerspiegeling maar ook het opspatten van het water door de ogenschijnlijke beweging van de figuren werd door hem meesterlijk verbeeld.

Siberechts maakte grote indruk op de 2de hertog van Buckingham, George Villiers, die in 1672 Antwerpen bezocht. Op zijn verzoek verhuisde Siberechts naar Engeland waar hij diverse opdrachten voltooide voor aristocratische  opdrachtgevers. Siberechts overleed vermoedelijk in Londen in 1703. De eerste biografie over zijn leven werd in 1706 gepubliceerd. Hierin staat dat hij drie jaar eerder overleed en werd begraven in Londen. Bewijs hiervoor is echter in de begrafenisboeken nooit gevonden. Er is wel gesuggereerd dat Siberechts op latere leeftijd is teruggekeerd naar Antwerpen.

In het Statens Museum in Kopenhagen bevindt zich een schilderij van een interieur door Jan Siberechts. Boven de haard hangt een grotere variant op dit schilderij.

Het interieur is eveneens 1671 gedateerd. Met name de positie van de figuren en dieren in de beek is zeer gelijkend. Er is nog een tweede schilderij dat sterk lijkt op dit landschap. Alleen de boom links is anders. Door de grote gelijkenis is de herkomst van dat schilderij in de monografie van Fokker uit 1931 verward geraakt. De herkomst K. Loevenich New York die in de monografie wordt genoemd heeft betrekking op de andere versie die een fractie kleiner is.
Siberechts herhaalde diverse elementen in andere schilderijen. Deze werkwijze die regelmatig voorkwam, duidt erop dat hij gebruik maakte van een beperkt aantal schetsen die de basis vormden voor zijn composities. Slechts een paar schetsen met name van bomen zijn overgeleverd.

Tentoonstelling:
Retrospective du Paysage flamand,  Brussel 1926, no. 288 (inbrenger A. Cels)

Literatuur:
Th. Fokker, Jan Siberechts peintre de la paysanne Flamande, Brussel 1931, p.102,  afb. 9b