Chinese geborduurde zijden beddensprei

Een rechthoekige zijden sprei met een rijk geborduurd zijden decor. In het centrum van de sprei bevindt zich de dubbele adelaar van het Habsburgse Rijk met daar omheen een uitgebreid decor met bloemen, wild, gevogelte en adellijke figuren in jachtscènes, opgedeeld in vier kwartieren. Het geheel is geplaatst binnen een brede rand met fonteinen, en een rijke sortering van dieren en mythische wezens. In drie hoeken vinden we de terugkerende dubbele adelaar van het Habsburgse Rijk. Één hoek is gereserveerd voor het wapenschild van de ontvanger van de sprei; de Hertog van Ursel.

Conrad-Albert des H. R. Rijksgraaf d’Ursel (1665-1738), baron van Wesemael en heer van Hingene, werd in 1716 door keizer Karel VI verheven tot hertog van Ursel en in 1717 tot hertog van Hoboken. In 1726 erfde hij de bezittingen van de uitgestorven familietak van de graven van Grobbendonk. Door zijn huwelijk met prinses Eleonore Christine Elisabeth van Salm-Neufville (1678-1737), kwam, na het overlijden van haar vader, vorst Karel Theodoor Otto van Salm in 1710, tevens het ‘principauté d’Arches et de Charleville’ in handen van de familie d’Ursel. Telgen bekleedden de functie van ‘erfelijk grootjagermeester en opperhoutvester’ van het graafschap Vlaanderen.

Chinese zijde werd in Europa zeer gewaardeerd vanwege de kwaliteit en levendigheid van hun ontwerpen. Chinese zijdewerkplaatsen hadden hun productie sinds de zestiende eeuw aangepast aan de smaak en eisen van de overzeese Europese markten. Naarmate de smaak voor Aziatische goederen in de 17e eeuw toenam, werden Chinees en Indiaas textiel een populaire manier om verfijning en smaak uit te drukken.

In Europa was de handel in afgewerkte Chinese zijde relatief bescheiden; het grootste deel van de invoer was ruwe zijde, en was bedoeld voor de luxemarkt. Afgewerkte geïmporteerde zijden luxeproducten, zoals deze in opdracht gemaakte sprei, zijn zeldzaam.

De uitgebreide iconografie rondom het thema jacht heeft betrekking op de titel van Erfelijk Grootjagermeester en Opperhoutvester van Vlaanderen, welke zij reeds in de 17e eeuw in de familie droegen. De combinatie van de stilistische elementen van het borduurwerk samen met de getoonde iconografie en getoonde wapenschilden van zowel Keizer Karel VI en de Hertog van Ursel, maken dat de beddensprei met een redelijke waarschijnlijkheid te dateren is rondom het jaar dat Conrad-Albert van Ursel door Keizer Karel VI in de adelstand werd verheven tot hertog. Of de sprei geschenk is geweest of een eigen bestelling, kunnen we hier niet uit opmaken.